zondag 20 november 2011

Aardappelbrood




Aardappelen en het kooknat van aardappelen geven aan dit brood een heerlijke smaak en textuur. Het gebakken brood is aan de binnenkant zacht en luchtig met kleine zachte stukjes aardappel en gevlekt door het gebruik van volkorenbloem (ik gebruik trouwens altijd spelt in plaats van tarwe). De korst is lekker knapperig en de bovenkant een beetje plat. Het brood is heel geschikt om te roosteren en heerlijk om sandwiches van te maken. De broodjes zijn zacht en luchtig en de smaak van de focaccia zal je niet snel vergeten (voor een foto van de focaccia kijk hier). Het laat zich bovendien goed invriezen.

Het deeg is heel zacht en vochtig en kan een beetje eng aanvoelen als je nooit eerder met zacht deeg hebt gewerkt. Daarom een tip: investeer in een deegschraper. Omdat dit deeg vrij vochtig en daarom ook plakkerig blijft, is een deegschraper iets wat er voor zorgt dat je goede humeur bewaard blijft. Zo laat het zich makkelijker 'oppakken' en het aanrecht laat zich beter schoonmaken.

Je maakt het brood op een avond voor de dag erna. Het kost niet veel tijd, want je hoeft er maar een paar keer naar te kijken. Als je een wekker instelt, hoef je zelfs niet op de tijd te letten.
Hoewel je het brood eerst wel een half uur moet laten afkoelen voordat je het aansnijdt, kun je de broodjes wel warm serveren.

Als ik zo'n zelfgebakken brood gemaakt heb, dan wil ik er aan blijven eten tot het op is. De geur is zo verleidelijk dat ik het net zo graag als een warme maaltijd naar binnen werk. Daarom verzin ik wel eens combinaties met dit brood, zodat ik ook mijn vitamines uit groente binnenkrijg. Wat heel lekker is, is bijvoorbeeld een uitsmijter met gebakken tomaat en witte bonen in tomatensaus. Of ik toast het brood, besmeer het met een laagje boter en maak het af met (in wijn of sojasaus) gesmoorde champignons en ui. Daarbij kun je dan een groene salade of bietensalade eten. Een andere frisse variatie, vol van smaak is om het broodje met (niet te zuinig) cashewspread te besmeren. Mmmm!

Dit recept komt uit het geweldige boek "De kunst van het bakken" van Jeffrey Alford en Naomi Duguid. Het staat vol met mooie verhalen, foto's en bakrecepten van over de hele wereld.

Hier is het recept. Veel bakplezier!

Aardappelbrood
Voor 1 groot, in een vorm gebakken brood met een zachte structuur, en bijvoorbeeld een knapperige maar zachte focaccia van ongeveer 25 bij 40 cm, 12 zachte bolletjes of 1 klein in een vorm gebakken brood.

Ingrediënten:
4 middelgrote tot grote kruimige aardappelen
750 ml water
1 eetlepel plus 1 theelepel zout
2 theelepels droge gist
1 kg tot 1350 gr ongebleekte patentbloem (spelt)
1 eetlepel zachte boter of olie
130 gr volkorenmeel (spelt)

Voor de afwerking:
Voor de broden en bolletjes: gesmolten boter of olie (naar keuze)
Voor de focaccia: olijfolie, grof zeezout en rozemarijn (naar keuze)


Bereiding:
Breng de aardappelen met water in een pan aan de kook. Voeg 1 theelepel zout toe. Kook de aardappelen tot de heel zacht zijn. Giet de aardappelen af, maar van het kookvocht op. Stamp de aardappelen fijn.

Meet 750 ml van het kookvocht af (voeg extra water toe als er minder is dan 750 ml). Doe het water en de fijngestampte aardappelen in een grote kom. Laat het geheel afkoelen tot het lauwwarm is (roer de aardappelmassa voor het testen van de temperatuur eerst goed door, het mengsel moet op de hand warm aanvoelen). Roer de gist erdoor. Laat 5 minuten staan.

Voeg 350 gr patentbloem toe. Roer gedurende 1 minuut de bloem door het aardappelmengsel. Bestrooi met 1 eetlepel zout, voeg de boter en het volkorenmeel toe. Roer en meng het geheel kort door elkaar. Voeg nog 400 tot 500 gr patentbloem toe tot het in het aardappelmengsel is opgenomen. Kneed het deeg ongeveer 10 minuten. Voeg eventueel meer bloem toe als het deeg te plakkerig is. Het deeg is eerst heel plakkerig, maar naarmate het meer bloem van het werkvlak opneemt is het gemakkelijker hanteerbaar. Na het kneden is het deeg nog steeds heel zacht.

Doe het deeg in een grote schone kom en dek af met plasticfolie. Laat het 2 uur rijzen. Het volume van het deeg is na het rijzen meer dan verdubbeld.

Leg het deeg op een royaal(!) met bloem bestoven werkblad en kneed het een aantal minuten. Het deeg is hierna nog steeds vochtig en een beetje plakkerig. Verdeel het deeg in 2 ongelijke stukken, waarbij één stuk twee keer zo groot is als het andere stuk. Leg het kleinere deel apart en dek het losjes af.

Voor het maken van het grote brood:
Beboter een vorm van 23 bij 13 cm. Maak op het bebloemde werkblad het grote deel van het deeg plat tot een ovaal van ongeveer 30 bij 20 cm en vorm het deeg door het deeg op te rollen (begin met rollen bij een smal gedeelte). Knijp de naden van het deeg dicht en plaats het brood voorzichtig, met de naad omlaag, in de ingevette broodvorm. Dek de vorm af met plasticfolie en laat het deeg 35 tot 45 minuten rijzen tot het luchtig en meer van verdubbeld is.

Voor het maken van kleine broodjes:
Snijd het deeg in 12 gelijke stukken. Wrijf de handen in met bloem en vorm van elk stuk met je handpalmen een bal. Plaats de balletjes op een bakplaat, laat tussen de deegballetjes een ruimte van 1 cm vrij. Bedek ze met plasticfolie en laat ze 35 minuten rijzen tot ze opgezwollen en in volume bijna verdubbeld zijn.

Voor het maken van de focaccia:
Maak het deeg met je handpalmen en vingertoppen plat tot een rechthoek van 40 bij 25 cm. Leg de focaccia op bakpapier op de bakplaat en bestrijk de bovenkant royaal met olijfolie. Strooi naar smaak een beetje grof zeezout en wat rozemarijn over het deeg. Maak met de vingertoppen deukjes in de bovenkant. Dek af met plastic en laat 20 minuten rijzen.

Verwarm de oven voor op 230 graden Celsius.

Maak vlak voordat de focaccia de oven ingaat, met je vingertoppen opnieuw deukjes in het brood. Bak tot het een gouden kleur heeft (ongeveer 10 minuten). Laat het minsten 10 minuten afkoelen voor je het serveert.
Bestuif de broden en bolletjes met een beetje bloem of bestrijk de bovenkant met een beetje olie of gesmolten boter. Dit zorgt voor een goudbruine korst. De broodjes en bolletjes kunnen samen in de oven. Bak de bolletjes ongeveer 30 minuten en het brood 40-50 minuten.

Let op: de hoeken van het brood moeten stevig zijn en het brood moet hol klinken als je op de bodem klopt.

Bak de focaccia eerst (10 minuten) en daarna het grote brood (50 minuten).
Het brood moet minstens 30 minuten op een rooster afkoelen voordat het gesneden kan worden. De bolletjes kunnen warm of op kamertemperatuur worden opgediend.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten